gewijzigde voorwaarde sub 4 niet werd aangenomen, zij alsdan, bij gebreke van zekerheid voor een vol doenden afvoer van liet overtollige water der lloven mark, bleef volharden bij haar eerste voorstel om de bijdrage tot op f 70.000 te verminderen. Na beraadslaging werd alstoen voorgesteld de stuk ken ter visie te leggen, doch de stemmen staakten. In de volgende zitting, 5 December 1891, werd bedoeld voorstel verworpen en de zaak in behandeling ge nomen, met dit gevolg, dat de conclusie van het tweede rapport werd aangenomen. In de zitting van 30 December 1891 kwam daarop een schrijven in van de Commissie uit de provinciale staten, waarin bericht werd, dat de commissie ge noegen nam met de wijziging, door den Raad ter raadszitting van 5 December 1891, in de voorwaarden sub 4 gebracht, met behoud verder van de voor waarden 1, 2, 3 en 5, vastgesteld in de zitting van 22 December 1890. De door den Raad vastgestelde bijdrage van 100.000 bleef alzoo gehandhaafd. i September. Levering van ln deze zitting kwam een adres in van bewoners de^emeerrte van f*en straatweg die Breda met Ginneken verbindt, daarbij verzoekende de gelegenheid te willen open stellen, dat de huizen en erven, gelegen aan voor noemden straatweg, kunnen worden verlicht door middel van gas, afkomstig uit de gemeente-gasfabriek alhier. Nadat bet onderwerp aan de orde was gesteld, deed meer dan één lid van zijn weerzin blijken aan bet verzoek gehoor te geven. Men was van oordeel, dat het niet aanging, dat eene gemeente-instelling,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1891 | | pagina 78