voor eigen behoefte bestaande, leveringen zou gaan doen aan andere gemeenten. Andere leden daaren tegen betoogden, dat het leveren van 'gas buiten de eigen gemeente gelijk reeds even buiten hare grens, vooral aan fabrieken, geschiedde niet zoozeer ver smaad moest worden, dewijl dit van invloed was op den goedkoopen prijs van het gas, doch wel wilde men voor nieuwe aansluitingen buiten de gemeente een nieuw tarief zien vastgesteld. Onder deze beraadslagingen mengde zich de wensch, om eerst de Commissie van beheer der gasfabriek te hooren, waartoe ten slotte besloten werd. Bedoelde commissie diende van advies, dat gelezen werd in de raadszitting van 30 December 1891. Daarbij deed de commissie kennen, dat bij opname gebleken was, dat de aanlegkosten der straatleiding ruim f 1700 zouden bedragen. Ten einde eenige zekerheid te hebben, dat de te maken kosten zouden gedekt worden, was aan adressanten de vraag gesteld, of zij zich verbinden wilden gas te gebruiken, waarop alleen de eerste onderteekenaar van het adres zich daartoe bereid verklaarde. Dewijl er alzoo niet het minste vooruitzicht bestond, dat de rente der aanlegkosten en de uitgaven voor onderhoud gedekt zouden kunnen worden, werd den raad voorgesteld, afwijzend op het adres te beschikken. Zonder beraadslaging werd hierop overeenkomstig dit voorstel besloten. 19 September. Aansluiting in deze zitting werd gelezen eene missive van de Mestvaalt Commissie voor de gemeente-reiniging alhier, waarbij met de zij te kennen gaf, ten einde den verkoop van van d^nTram. opgehaalde meststoffen, speciaal fsecaliën, te bevorderen,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1891 | | pagina 79