81
8 October 1892.
Paikaanleg In de zitting van dezen dag kwam een brief in van Zijne Excel-
tnaschen de lentie den Minister van Financiën, waarbij onder overlegging eener
Nieuwe flm- memorje van toelichting en kaart, werd aangeboden een ontwor-
nekenstraat en
pen plan voor zoodanigen aanleg van den vestinggrond tusscnen
do gemeente-
begraafplaats Nieuwe Ginnekenstraat en de algemeene gemeentelijke begraaf
plaats, dat zonder aanvoer van grond, door het graven van vijvers
omgeven door grasvelden, beplantingen en wegen, het voor bouw
terrein overschietende deel voldoende hoogte en voor den bouw
van heerenhuizen gunstige ligging ver k rij ge; verklarende de Minis
ter zich bereid de wegen te begrinten enz., mits de gemeenteraad
zich verbindt om de grasvelden en zoo voorts te doen aanleggen,
de wegen en gronden van den Staat over te nemen als terrein
voor den publieken dienst bestemd en andere regelingen. Ten
slotte verzocht de Minister spoedig bericht, ten einde de werken
nog vóór of vroeg in den winter te kunnen aanbesteden, hetgeen
den arbeiders in deze gemeente ten goede zoude komen.
Na eenige bespreking, of deze stukken zouden gesteld worden
in handen eener afzonderlijke commissie of wel eener bestaande
want voorlichting en niet het minst omtrent de kostenachtte de
Raad noodig werd besloten, ze te verzenden aan de vereenigde
Bouw- en Valkenberg-commissiënen deze uit te noodigen den
Raad daaromtrent van advies te willen dienen.
Aan het einde der raadszitting van 28 November 1892, vroeg
de heer Vreede, of aan burgemeester en wethouders ook iets bekend
was omtrent den stand der zaak, waarop de heer Guljé antwoordde,
dat in de commissiën de zaak breedvoerig was besproken en
daaromtrent ook besprekingen hadden plaats gehad met den ontwer
per van het plan, den heer Springer, tuin-architect te Haarlem;
dat overigens gestuit was op bezwaren in de redactie der voor
waarden, waardoor de commissiën genoopt waren geweest, nadere
inlichtingen in Den Haag in te winnen.