86 Artikel 13. Alle vorige op dit stuk bestaande verordeningen worden bij het in werking treden dezer verordening ingetrokken. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van den Raad der gemeente Breda van den 29sten October 1892. Naar aanleiding van de artt. 2 en 12 der verordening werd in de raadszitting van 17 December 1892 de rangorde der onderwijzers vastgesteld, terwijl op één onderwijzer art. 9 werd toegepast. Wat dit laatste punt aangaat, daaraan wenschte de heer Teijchiné meer uitbreiding te zien gegeven, doch tot een voorstel kwam het niet, nadat de heer Nelissen gewezen had op het absoluut bepaalde bij artikel 9. 29 October 1892. ambaan Het in margine genoemde onderwerp maakte reeds in 1891 een hen sta- punt van behandeling uit. S.S, en in aansluiting met het gerelateerde in ons vorig verslag (blz. .brugmet gg^ (jeeJen wij thans mede, dat de ingezonden plannen voor den ve brug, gQUW jer grUg oyer ge jjvjer ge ]y[ark ,jeil jg jug 1892 werden igverleg- goedgekeurd onder bepaalde voorwaarden in verband met de kosten ginS- van de wegverlegging en die wegverlegging zelve, waartoe nader betrekking had de missive van Z. E. den Minister van Financien, behandeld in de openbare raadszitting van 29 October 1892. Die missive luidde als volgt: «Nadat de Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid mij «bij brief van den 21sten dezer had medegedeelddat het spoorweg sterrein te Breda zuidwaarts zal worden uitgebreid, heb ik genoegen «genomen met Uw voorstel om den nieuwen toegangsweg tusschen »de Mark en het stationsterrein aan te leggen op achttien meter breedte in plaats van op dertig meter, zooals tusschen ons was «overeengekomen. »Ik heb den ingenieur voor de ontmanteling van vestingen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1892 | | pagina 105