101
Hoofdelijke Omslag.
Bij de begrootinggoedgekeurd bij besluit van de Gedeputeerde
Staten van Noord-Brabant van den lid™ Februari 1892G
n°. 112 2e afd.3e bureauzijn zoowel de ontvangsten als de
uitgaven voor den dienst van 1892 op gelijk bedrag van
ƒ580,230.615 geraamd. In den loop des jaars hadden wijzigingen
in de begrooting plaats, gelijk die alle jaren, voorkomen.
De opcenten op de personeele belasting zijn bij raadsbesluit
van 28 November 1892 gebracht van 35 op 55.
(Zie breeder omschrijving van dit punt, hoofdstuk III, E
Voornaamste in den gemeenteraad behandelde onderwerpen.»
Aflossingen.
De volgende aflossingen hebben in 1892 plaats gehad:
1°. Van eene schuldbekentenis groot ƒ1000 3 °/0 van de gecon
verteerde schuld tegen 90 °/0.
2°. Zijn uitgeloot twintig aandeelen, elk groot 1000, van de
eerste serie der leening, groot 1.000.000, betaalbaar op 1
Januari 1893, volgens het plan der leening.
Schuld der gemeente Breda.
Deze schuld bedroeg op 31 December 1892
a. Gevestigde renten2719.615
b. Oude schuld 3 °/0 (niet geconverteerd) groot
19925, renten- 597.75
c. Oude schuld 3 °/0 (geconverteerd) groot - 393.205.
d. De leening dato 16 Augustus 1886, groot
1.000.000, na aflossing alsnog - 880.000.
e. Tijdelijk geleend van de Amsterdamsche
Bank tegen eene rentevergoeding bere
kend ad 4 pet. per jaar- 50.000.
De hoofdelijke omslag werd over 1892 geheven tot een bedrag
van 60.000.—met eene verhooging van 25 percent voor de
aanvullingskohieren, naar eene percentage van 1.70 ten honderd.
Die percentage was in 1888 1.80; in 1889 1.76; in
1890 1.73; in 1891 1.70.
Van de belasting zijn vrijgesteld degenen, wier inkomen geacht
wordt minder dan 400 te bedragen.
