104 »noemde het cijfer der alhier in 1890 uitgereikte drankvergun- sningen (154) gering, en drong aan op onderzoek, waai aan de «geringere opbrengst alhier 5371.873) te wijten zou zijn. «Ofschoon toen burgemeester en wethouders reeds dadelijk «getracht hebben eenige opheldering te geven, achtten zij het «besprokene zóó belangrijk, dat zij niet geaarzeld hebben het «verlangde onderzoek in te stellen, waarvan zij de eer hebben U «de uitkomsten bloot te leggen. «Eene algemeene opmerking moet daaraan voorafgaan. «Breda verkeert ten aanzien der drankwet in een exceptioneelen «toestand. De drankwet toch nam als basis aan de bestaande drank- «gelegenheden. Deze bepaalden zich voor deze gemeente schier «uitsluitend tot de oude stad. Slechts enkele drankgelegenheden «waren er in nieuw bebouwde wijken, die toen nog weinige waren. «Maar sedert is de oude stad van alle zijden omgeven geworden «van nieuwe wijken; sedert is Breda met circa 5000 zielen voor- «uitgegaan; maar ondanks al dien bijbouw, ondanks de buiten sgewone vermeerdering van bevolking, bleef, of liever moest het «getal drankvergunningen blijven beperkt tot het oude cijfer. En «dat cijfer nu moet noodwendig ongunstig afsteken bij gemeenten «met ongeveer gelijke bevolking als Breda thans telt. »'t Is dan ook een feit, dat in de nieuwe wijken schier geen «enkele drankvergunning bestaat, althans niet in eenige verhouding «tot den bijbouw. «Bovendien verdient opmerking, dat bij het in werking treden «der wet er waren 181 drankvergunningenen dat tot nu toe «bedoeld cijfer geslonken is tot 154, ten gevolge van opheffing der «drankaffaires. Alzoo bij vermeerdering der bevolking vermindering «van vergunningen. Zooals U bekend is, mag het aantal vergun- «ningen niet meer bedragenin gemeenten met meer dan 10.000 «en ten hoogste 20.000 zielen 1 op 300 inwoners; in gemeenten «met meer dan 20.000 en ten hoogste 50.000 zielen 1 op 400 «inwoners, waaruit voortspruit, dat, gebruik makende van de «wettelijke bepaling, dat toeneming der bevolking geene verlaging «van het maximum meebrengt, het aantal vergunningen alhier «het maximum nog met veel meer dan de helft overschrijdt. «Niet de vermindering der drankvergunningen in deze gemeente «hebben wij ter toets te brengen aan de zedelijke strekking der

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1892 | | pagina 123