HOOFDSTUK VII. Nationale Militie en Schutterij. A. Nationale Militie. De loting had den 8sten en 9den Februari 1892 plaats en liep geregeld af. Het aandeel der gemeente in de lichting over 1892 heeft bedragen 43 manschappen. Dit aandeel is berekend naar het aantal lotelingen (186) na af trek van 24 vrijwilligers, die vóór de inschrijving in dienst waren. Van de 186 lotelingen zijn vrijgesteld, als: Door ziekten of gebreken ongeschikt voor den dienst bevonden 15 Als te zijn beneden de maat3 Bij reclame door Gedeputeerde Staten afgekeurd .3 Na de indeeling afgekeurd2 Wegens broederdienst38 Wegens het zijn van eenigen wettigen zoon20 In dienst bij het leger15 In dienst bij het leger in Oost-Indië2 In dienst als cadet aan de Koninklijke Militaire Academie. 4 In dienst als adelborst2 Vrijgesteld wegens overeenkomst (art. 49, 3e lid der militiewet) 1 Tot den dienst aangewezen79 Voor altijd van den dienst uitgesloten, ingevolge art. 55, 3e lid der wet 186 13

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1892 | | pagina 216