Evenals in voorgaande jaren nam ook in 1892 het aantai leerlingen weer aanmerkelijk toe. Bedroeg dit aan 't einde van December 1891 291 leerlingen, zooals uit staat A blijkt is het nu tot 310 geklommen. Door benoeming van den heer J. M. Lathouwers tot leeraar in het boetseeren, kon het onderwijs, dat einde December 1891 reeds begonnen was, geregeld worden vervolgd, zoodat de leer lingen in de maand Maart aan de prijsdinging konden deelnemen. Over het algemeen zijn de resultaten over dit jaar minder dan het vorige. Werd in de hoogere klassen der hoofd-afdeeling handteekenkunde zeer verdienstelijk gewerkt, in de middenklassen rechtlijnig teekenen waren de teekeningen verre van schoon. Vóóral by de afdeeling behoorende bij het smidsvak en bij de klasse bouwkundige orden viel daarop veel aan te merken. Had de commissie eene flinke teekening mogen verwachten, dan was het zeker bij de afdeeling smeden, die, behalve aan het teekeninstituut, nog aan de ambachtsschool verbonden is, en daardoor veel meer lessen ontvangt dan andere afdeelingen. In de afdeeling boetseeren hadden sommige leerlingen hun best gedaan; eenigen hadden daarentegen slecht gewerkt, hun werk was niet afgemaakt; anderen hadden hunne werkstukken niet behoorlijk nat gehouden waardoor zij vaneen gescheurd waren. Moet de commissie thans hare ontevredenheid hierover te kennen geven, zoo hoopt zij een volgend jaar hieromtrent gunstiger be richten te kunnen geven. Bij de uitreiking der prijzen werden 2 koninklijke medailles toege kend alsmede werd als erkenning voor ijver en verdienste aan twee leerlingen der afdeeling handteekenlcunde die reeds vroeger eene koninklijke medaille hadden behaaldeen geschenk aangeboden, bestaande in een decoratief plaatwerk. De uitreiking der prijzen ging, evenals andere jaren, met eene tentoonstelling der teekeningen gepaard. Deze tentoonstelling werd gehouden in combinatie met die der ambachtsschool. Het blijkt steeds meer en meer dat het goed is gezien deze twee inrichtingen, nl. ambachtsschool en teekeninstituut, in één gebouw saam te vatten, daar zij een gunstigen invloed op elkaar uitoefenen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1892 | | pagina 272