260
Tot ons genoegen mocht dit voorstel bij Uwe vergadering een
gunstig onthaal te beurt vallen.
Het onderwijzend personeel bestaat op 1 Januari 1893 alzoo uit:
J. J. Harte, directeur, jaarwedde ƒ1800,—
P. C. Bagchus, onderwijzer timmeren, - 750,
J. M. Smeekens, 750,
L. C. v. d. Pol, - 650,
M. Backxonderwijzer meubelmaken- 750,
W. v. d. Eerden, y> smeden, - 750,
P. A. Maassen, schilderen, - 750,
J. N. F. Buining, handteekenen- 550,
J. K. de Bie, lager onderwijs, - 440,
Evenals vorige jaren moesten de leerlingentengevolge van het
groote verschil in de mate van ontwikkeling, wat betreft het lager
onderwijs, in verschillende klassen gesplitst worden, waardoor de
hoofdonderwijzer De Bie dit onderwijs onmogelijk alleen kon geven,
zoodat gedurende de zomermaanden een hulponderwijzer met het
geven van enkele lessen werd belast tegen eene belooning van
ƒ1,per les, hetwelk eene uitgave vorderde van ƒ100,
In navolging van vorige jaren zijn de onderwijzers in het tim
meren tevens werkzaam geweest als adsistenten in het lijnteekenen
en is de onderwijzer in het schilderen, als proef, werkzaam
geweest bij het handteekenen.
Op 31 December 1891 bedroeg het aantal leerlingen 107.
Voor den cursus 1892'93, aanvangende 1 Mei, hadden zich
aangemeld 53 jongelieden waarvan zich 3 voor het examen terug
trokken, 7 niet aan de zeer matig gestelde eischen konden voldoen
en 2 niet opkwamen. Toegelaten werden er alzoo 41. Om bijzon
dere redenen werden in den loop van het jaar nog als leerlingen
toegelaten 8 jongelieden, zoodat het aantal leerlingen einde Decem
ber 1892 moest bedragen -107 41 f- 8 156.
Wegens volbrachten driejarigen cursus verlieten de school '16
geen lust in werken1
verandering van woonplaats4
het kiezen van een ander beroep5
Zonder opgaaf van redenen 1
Welke bij een baas gingen werken2
Transporteeren 29