292 Van het tusschentijds verrichte in spoedeischende gevallen wordt mededeeling gedaan in de eerstvolgende vergadering. Het burgerlijk armbestuur bestaat uit 5 leden, die zijn de heeren: Mr. L. H. C. INGEN-HOUSZ, voorzitter. J. A. J. W. VAN HAL. K. G. OUKOOP. II. A. SASSEN en J. M. MARIJNEN. Den 9deu Mei 1892 verloren wij, door overlijden, ons medelid den heer C. J. Marijnen, die, ofschoon nog geen 2 jaar zitting in ons college hebbende, als bouwkundige het armbestuur vele dien sten heeft bewezen. In zijne plaats werd door Uwen Raad benoemd de heer J. M. Marijnen. Eveneens werd door uwen Raad herbenoemd de heer J. A. J. W. van Hal, die aan de beurt van aftreding was. Af- en overschrijving in de begrootiug. Bij besluit van den gemeenteraad, dd. 18 Februari 1893, werd ons toegestaan de begrooting der ontvangsten en uitgaven over 1892 de volgende wijzigingen te doen ondergaan: Te verhoogen het artikel „Huur van huizen" met42,50 „Grondrenten" 48,18s, 290,68s, en in de uitgaven met gelijke som te verhoogen de begrootings- post: „wegens kostgelden van bestedelingen". Verder verkregen wij machtiging om af te schrijven van hoofdstuk I, art. 4a (kosten van vervoer enz.). f 10,— II, 45 drukwerk). 20,— III, 1 (onderhoud van gebouwen) 95, VI, 4 (uitkeering van interesten) 37, VI, afd. 1, art. 3 (kleederen enz.). 47,99 VI, art. 1, (onvoorziene uitgaven) 134,27 344,26 en van die som over te schrijven: op hoofdstuk IV, aid. 1, art. 1 (bedeeling in geld) 339,10 IV, 1, 1 en 2 (idem in brood) 5,16 f 344,26

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1892 | | pagina 311