294
stand. Deze armen worden meestal door werkeloosheid genoodzaakt
onze hulp in te roepen.
Op vermindering van het aantal armen valt vooreerst niet te
rekenen; integendeel is het te voorzien dat dit getal nog zal
aangroeien, waardoor ook vermeerdering onzer uitgaven te wachten
staat en waarschijnlijk voor een volgend jaar verhooging van
subsidie noodig zal wezen
Op grond van een en ander bevelen wij het armwezen beleefd
doch dringend aan in Uwe welwillende aandacht.
Breda, den 10den April 1893.
L. INGEN-HOUSZvoorzitter.
J. C. KNAAPEN, rentmeester.
Instellingen tot voorkoming van armoede.
A. De Bank van Leening.
Deze instelling staat onder het beheer eener commissie van vier
leden, door den gemeenteraad te benoemen en voorgezeten dooi
den burgemeester of door een der leden van bet gemeentebestuur,
door hem te benoemen.
De commissie was op 31 December 1892 samengesteld uit de
heeren
Mr. E. DE MAN Ez., burgemeester, voorzitter.
Mr. L. H. C. INGEN-HOUSZ.
H. A. SASSEN.
C. M. W. STEINS BISSCHOP.
Mr. W. INGEN-HOUSZ.
A. R. VERMEULEN, secretaris.
Directeur der Bank is de heer A. J. B. Stap.
De verdere vaste beambten zijn:
.T. Besier Jr., secretaris-schatter.
J. II. Freijsen, pandbewaarder.
leden