295
De rentestandaard is bij Koninklijk besluit van den 2dsn Januari
1891, met ingang van den lsten April 1891, behouden op twaalf
ten honderd van alle beleende panden, waartoe het vereischte
raadsbesluit genomen is den 3dfm December 1890.
De gemeente heeft aan de Bank een crediet verleend van
25000, onder bepaling, dat de eventueele winst aan de gemeente
zal worden uitgekeerd tot een maximum van 4 °/0 van het opge
nomen kapitaal. (Zie raadsbesluit van 23 April 1887.)
Wij laten hier eenige opgaven volgen betrekkelijk de Bank van
Leening over 1892.
BELEENINGEN.
Getal panden
Beleend bedrag
Januari
2291
J 4775,50
Februari
2809
- 5954.50
Maart
3617
- 8003.50
April
1649
- 3293.—
Mei
2653
- 5909.—
Juni
3208
7987.—
Juli
2443
- 4463.50
Augustus
3071
- 6583.50
September
3072
- 7633.—
October
2569
- 5829
November
1268
- 4376.50
December
2646
- 6870.—
31296
ƒ71678.—
De beleeningen bedroegen met vorige jaren vergeleken
Panden.
Bedrag
In 1888
18259
53529.50
1889
22761
- 63900.—
1890
28523
- 74210.—
1891
36688
- 84518.50
1892
31296
- 71678.—
Er werden derhalve in 1892 minder beleend dan in 18915392
panden met een bedrag van f 12840.50.