332
B. Vervening.
Bestaat in deze gemeente niet.
C. Mijnwezen.
Steengroeven en kolenmijnen worden alhier niet aangetroffen.
D. Jacht en Visscherijen.
De gemeente bezit geen jachtvelden, terwijl de visscherij zich
bepaalt tot de haven en hare vertakkingen, alsmede tot de singei-
gracht rondom de gemeente.
De visscherij is verpacht voor f 203 'sjaars.
Uitgereikt zijn: groote vischacten 0, groote jachtacten 32,
kleine vischacten 9.
III. HANDEL EN SCHEEPVAART.
A. Binnenlandsche handel.
De algemeene markt nam in vertier toe. Er werden als steeds
aangevoerd boter, kaas, eieren en velerhande andere behoeften
van dagelijksch gebruik.
In de waag werden gewogen 28423 kilogram boter tegen
34676 in 1891, terwijl buitendien een belangrijk gewicht in maten
boter verkocht werd.
Des Dinsdags en Vrijdags werden als gewoonlijk aan de beurs
granen op monster verhandeld.
De ter vischmarkt aangevoerde zee- en riviervisch bracht in 1892
op ƒ11251.45 tegen ƒ11565.79 in 1891. Het aantal koopen beliep
46258 tegen 38171 in 1891.
De handel in varkens, ofschoon de aanvoer niet gering was,
deed zich niet door groote levendigheid kennen.
De kermis (Pinkster-kermis) werd redelijk bezochtterwijl de
najaarsmarkt (Allerheiligen-markt) dit jaar, wegens het heerschen
der cholera, niet werd gehouden.