335 B. Middelen van vervoer te land. In de bestaande diensten die naai' behooren worden waar genomen, is geen verandering gekomen. Ue huurrijtuigen en de tuigen worden, volgens de artt. 180 en 189 der algemeene politie-verordening voor deze gemeente, geregeld gekeurd. De stoomtram van Breda in de richting van Oosterhout, de paardetram naar Ginneken, alsook de stoom- en paardetram in de richting van Prinsenhage, blijven zeer gezochte ge meenschapsmiddelen en beantwoorden aan billijke eisclien. Laatstgenoemde stoomtram, die op 31 December 1892 alsnog zijn uitgangspunt had aan den Westbuitensingel, zal weldra dit hebben aan het station van den staats spoorweg, overeenkomstig de concessie. De werkzaamheden aan de aan die wijziging verbonden weg- verlegging en het maken eener nieuwe brug over de Mark, zijn in vollen gang. De kosten daarvan komen ten laste der maatschappij. Omtrent dit onderwerp is een en ander vermeld bij letter E van hoofdstuk III: voornaamste in den gemeenteraad behandelde onderwerpen?' Een agent van de Nederlandsche Bank is alhier niet ge vestigd, maar wel een correspondent. De broodzetting bestaat sinds lang niet meer. De gemiddelde prijzen van het brood waren alhier in 1892: van fijn tarwebrood 0.75 kilogram0/12 van grof brood, z. g. kropbrood, per kilogram. 0.11 van roggebrood 1.5 kilogram0.10 Aldus vastgesteld door Burgemeester en Wethouders der gemeente Breda, den 14. April 1893. Ed. GULJÉburgemeester. A. R. VERMEULEN, secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1892 | | pagina 354