'24
Intusschen moest de Raad in liet ontvangen schrijven berusten,
doch tevens werd besloten, den heer van Mierlo 's Raads leedwe
zen over zijn besluit te doen kennen, waaraan gevolg is gegeven
in een brief, bevattende ten slotte de betuiging van dank voor
het vele, het zeer vele door den heer Van Mierlo in zijne hoeda
nigheid van gemeenteraadslid gedurende meer dan het vierde eener
eeuw verricht ter bevordering van den bloei en de welvaart van
Breda, in hope, dat hem krachten zouden worden' geschonken om
nog tal van jaren de vruchten te aanschouwen van hetgeen in het
laatste schoone tijdperk van Breda's ontwikkeling en verfraaiing
door zijne kundige en zorgzame medewerking was tot stand geko
men en nog tijdens zijn medebestuur was voorbereid.
In de raadszitting van 29 October 1892 meldde de heer P. A.
F. de Bont dat hij niet genoeg tijd beschikbaar had om de belan
gen van Breda te behartigen zooals dit behoorde, en derhalve
ontslag nam als lid van den Raad dezer gemeente.
Eerst sedert 21 Juli 1891 had de heer De Bont zitting.
De beweegreden waarop zijn besluit rustte, kon de Raad niet
dan stilzwijgend eerbiedigen.
a. De Gemeenteraad bestond op den 3lsten December 1892
uit de volgende heeren
Jhr. F. Backer 1
J. A. J. W. van Hal,
F. P. J. Klep,
B. C. van Dongen,
A J. A. Verschraage,
J. J. L. Tevchiné.
Aftredende in 1893.
Mr. M. P. M. van Dam,
Mr, J. H. van Mierlo,
E. H. A. Guljé,
J. E. Vreede,
F. J. M Heijlaerts,
W. G H. Rombouts.
Aftredende in 1895.