28 b. Het College van Dagelijksch Bestuur. In de raadszitting van 18 Januari 1892 werd overgegaan tot de benoeming van een tijdelijken wethouder, ten gevolge van het over lijden van den heer wethouder A. C. J. Smits en de ziekte van den burgemeester, die vervangen werd door den heer wethouder J. A. van Aken. Benoemd werd de heer J. J. Nelissen, die zijne benoeming aannam. Kort daarop, en wel in de raadszitting van 12 Maart 1892, werd overgegaan tot de benoeming van een de/initieven wethouder, in plaats van wijlen den heer A. C. J. Smits. Weder werd benoemd de heer J. J. Nelissen, die ook ditmaal verklaarde de betrekking van wethouder te aanvaarden. In laatstgenoemde raadszitting werd de heer Nelissen mede be noemd tot ambtenaar van den burgerlijken stand. Voormeld college was op den 31st™ December 1892 samengesteld uit de heeren: Mi'. E. de Man Ez.burgemeester benoemd bij Koninklijk besluit van 1 September 1870, N°. 9, herbenoemd bij Kon. besluiten van 20 Augustus 1876, N°. 13, 16 Augustus 1892, N*. 6, en 8 Augustus 1888, N°. 34. J. A. van Aken, wethouder,' aftredende in 1896. E. H. A. Guljé, wethouder, 1893. J. J. Nelissen, wethouder, 1893. Secretaris: A. R. Vermeulen, benoemd bij raadsbesluit van 12 Mei 1888. Is 18 Januari 1893 overleden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1892 | | pagina 47