53 Die voorstellen kwamen in in de zitting van 9 April 1892 en leidden tot het aanvragen van een crediet van ƒ3000, dat werd toegestaan. Een voorloopig verslag van het boren van zoogenaamde pijpwellen kwam in in de zitting van 25 Juni 1892. Dit verslag bevatte de uitkom sten van het boren van 6 pijpwellen op verschillende punten van de gemeente, zonder alsnog de kwaliteit van het water te kennen. Bij deze gelegenheid werd door de heeren Rombouts en Heijlaerts de wenschelijkheid betoogd om eene boring te doen plaats hebben in eene diepte van 100 M. of meer. Dewijl het nog enkel een voorloopig verslag gold werd de verdere discussie verdaagd tot de zaak definitief aan de orde zju komen. Inmiddels deed de heer Pels Rijcken in de zitting van 16 Juli 1892 eene mededeeling omtrent de waterleiding, welke ter ken schetsing van den toenmaligen stand der zaak ter dezer plaats ge heel wordt overgenomen «De heer Pels Rijcken zegt, dat hij den Raad eene mededeeling «wenscht te doen en deze eene zaak geldt, die aller belangstelling «opwekt, namelijk de waterleiding. »De Raad zal zich herinneren dat het laatste besluit is geweest «om den heer Schotel op te dragen nadere boringen in de heide «te doen. Het rapport daarvan is ontvangen. Boringen hebben «plaats gehad ten oosten van de Setersche heide, in de Molen- «schotsche heide, in de Rijensche heide, in de Galdersche heide «en in de heide van Strijbeek, doch het resultaat is geweest, dat «nergens goed water te vinden is. En in de vrees dat de Setersche «heide niet voor de gemeente zou te verkrijgen zijn, werd door »den heer Schotel voorgesteld, het water aan den Amer te ont- «leenen, waarvan de kosten aanzienlijk hooger zouden zijn. «Nadat het voorbedoelde rapport was ingekomenis eene vergade- «ring belegd, waarbij genoodigd waren de leden der gezondheids- «commissie, de heer inspecteur van het geneeskundig staatstoe- »zicht alhier, de heer inspecteur over den arbeid en de heer in- «genieur van den waterstaat. In die vergadering is de algemeene «opinie geweest, na discussie en toelichting, dat eene waterleiding »uit de heide verre te verkiezen was boven die uit eene rivier. «Zelfs werden er meeningen uitgesprokendat wanneer het water

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1892 | | pagina 72