84 kon mogelijk later op het onderwerp worden teruggekomen, maar moest nu eerst de aanleg van het park plaats hebben. Met deze zienswijze gaf alstoen Uwe Raad blijk zich te ver eenigen, waarna besloten werd het adres ter visie te leggen voor de leden. 12 Augustus 4893. Afkoop van het In de zitting van 45 Augustus 1893 werd ter tafel gebracht recht van opstaleen a(]res van van eSj koffiehuishouder, wonende aan de TdenstalPten Nieuwe Prinsenkade, wijk E, n°. 261, daarbij te kennengevende dienste vanhet,jat 0p het eigendom van adressant, vlak aan zijn woning, in het ,,hetkZwLntje"jaai' 1864 door de gemeente Breda een stal was opgetrokken ten dienste van de paarden van het trekpadwelke stal er thans zeer vervallen uitzag; dat die stal waarde noch nut meer had, daar hij voor het doel schier niet meer gebruikt werd; met verzoek dien stal te willen doen wegbreken en adressant te vergunnen te dier plaatse een doelmatig en net gebouw op te richten. Dit adres deden burgemeester en wethouders vergezeld gaan van de volgende memorie van toelichting: »Bij overeenkomst, dd. 16 Maart 4864, is ten behoeve van den «aanleg van den staatsspoorweg BredaTilburg aan den Staat «der Nederlanden en aan Adriana Aartsen door de gemeente Breda verkocht: a. «de alstoen aan de rivier de Mark staande paardenstal van «het trekpad, ten einde toegang te verkrijgen tot de te «bouwen ophaalbrug over de Mark; en b. «een stuk weilandwaarop later het koffiehuis «het Zwaantje» «is gebouwd. «Volgens art. 5 der overeenkomst moest de koopster, Adriana «Aartsen, gedoogen, dat op het perceel weiland door de gemeente Breda eene schuur werd gebouwd van gelijke afmeting en met «gelijke bestemming als de verkochte paardenstal. «Van deze bevoegdheid is door de gemeente gebruik gemaakt, «en is die stal thans kadastraal bekend onder de gemeente Breda, «sectie A, n°. 2497, als recht van opstal.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1893 | | pagina 103