106 Verkoop voor In het verslag over 1891 (blz. 48) zijn in het kort de redenen don'^pstand on^vouw^welke aanleiding gaven tot den aankoop der gebouwen der gebouwen op den hoek van de Tolbrugstraat en den Nieuwewegsectie A, vPn ''de Tol*n"S' ^84 en ^83, onder bijvoeging, dat de kooppenningen eerst te brugstraat 6n betalen waren bij de aanvaarding der eigendommen in 1893. Nienweweg. Die tijd was gekomen 1°. November van dat jaar en toen kreeg de gemeente de vrije beschikking over die gebouwen. Ze waren echter bestemd gesloopt te worden, en daartoe strekten de voorwaarden van verkoop voor afbraak, U aangeboden in de zitting van 23 Septemher 1893. Zij luidden als volgt: Artikel 1. De opstand van de in het hoofd dezer voorwaarden genoemde gebouwen wordt verkocht in den staat zooals die zich op het oogenblik der verkooping bevindt, terwijl de gemeente Breda niet kan worden opgeroepen tot het vergoeden van schade uit welken hoofde ook, niets uitgezonderd, welke na de verkooping van de gebouwen mocht ontstaan. Art. 2. De gebouwen worden af- en uitgebroken tot 0,30 M. beneden de straat. Ter vervanging van het gedeelte achtergevelgrenzende aan den tuin van het perceel sectie A, n°. 3071moet eene hei ning, hoog 3 meter, van hout van den afbraak, volgens aanwij zing van den gemeente-architect, worden gesteld. De scheidingsmuur tusschen de gebouwen sectie A, nos. 883 en 3072, behoort niet tot den te verkoopen opstand. Art. 3. De afbraak is ten voordeele van den kooper, met uitzondering van de steenpuin, welke door den kooper moet worden vervoerd naar de gemeente-mestvaalt en aldaar regelmatig op een hoop hoog 2 meter, moet worden opgeborgen. Door puin moet worden verstaan alle gedeelten van steenen minder dan halve, welke met de hand moeten worden geraapt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1893 | | pagina 125