Ill
De Raad der gemeente Ginneken. over onze plannen gehoord,
legde daartegen niet het minste bezwaar in den weg. Met Breda
was hij aanstonds bereid de vergunning tot gemeenschappelijke
regeling dezer aangelegenheid aan de Gedeputeerde Staten dezer
provincie aan te vragen, welke almede weldra verkregen werd.
Die regeling houdt in het gemeenschappelijk vaststellen der
verordeningen op de algemeene begraafplaats.
Een ontwerp daarvan werd den Raad der gemeente Ginneken
aangeboden en goedgekeurd terug ontvangen, doch ondanks al
den spoed die betracht werd, kon de zaak in 1893 niet geheel
haar beslag krijgen. De akte van overdracht, goed te keuren door
den Minister, was 31 December nog niet onderteekend en zoo
moest het een met het ander blijven hangen.
De zaak, eenvoudig in haar wezen, doch onderworpen aan
legio omslachtige vormen, was echter op het punt van wording
gekomen, zoodat aan de spoedige totstandkoming daarvan niet
meer te twijfelen viel.
laak vm den De zaak i. m. genoemd hield Uwen Raad allereerst bezig in
onderwijzer (je zjtting van 4 November 1893.
den neer
J. W, Krul. Het gold daarbij de vraag: of op den onderwijzer Krul, die
in Augustus 1893 de hoofdakte behaalde, van toepassing moest
gemaakt worden de verordening van den 29. October 1892 en hij
alzoo eene verhooging van wedde ad f 100zou verkrijgen, dan
wel, of die verhooging zou bedragen f 200.overeenkomstig de
bestaande regeling vóór de gedachte verordening was vastgesteld.
Adressant grondde zich o. a. op het feit, dat bij de oproeping
indertijd de voorwaarde was gesteld, dat de jaarlijkschebelooning
zou zijn G00.plus 200.bij het verkrijgen der hoofdakte.
Burgemeester en wethouders ontkenden dit niet, maar waren de
meening toegedaan, dat dewijl in de jongste verordening, regelende
de jaarwedden der onderwijzers en onderwijzeressen aan de open
bare scholen voor lager onderwijs in deze gemeente, alle op dit
stuk bestaande verordeningen waren ingetrokken, adressant zich
ten onrechte beriep op eene verordening, die hare kracht verloren
had, al hield de oproeping in 1886 daarmede verband.