118 «Wij vertrouwen dat een volgende begrooting blijk zal dragen, «dat zoowel gemeente- als armbestuur in dien geest willen werk- «zaam zijn.» In dezelfde zitting werd daarop de begrooting van het burger lijk armbestuur, dienst 1894, gewijzigd vastgesteld, met bepaling, dat aan voormeld bestuur zou gezonden worden een afschrift van den voorschreven brief van de Gedeputeerde Staten dezer provincie. Malversatiën In de zitting vin 18 November 1893 had de voorzitter U de stratLav\™ae"iime(le('ee'ing te doen> dat de ambtenaar ter zijde genoemd en die rentmeester pas sedert den 1. Mei 1892 in dienst was, zonder voorkennis burgerlijk gedurendo 24 uren zijne betrekking niet had waargenomen. Met armbestuur, het oog op artikel 33 der verordening regelende de burgerlijke armenverzorging in deze gemeente, in verband met art. 147 dei- gemeentewet, gaf voorts de voorzitter U in overweging voormelden ambtenaar in zijne betrekking te schorsen, in afwachting of de omstandigheden er toe zouden leiden verdere maatregelen te nemen. Overeenkomstig dit voorstel werd alstoen door U besloten. Door de onderzoekingen van het burgerlijk armbestuur werd weldra de treurige ervaring opgedaan, dat malversatiën hadden plaats gehad. Voornoemd bestuur zond daaromtrent een proces-verbaal in, dat aanleiding gaf tot het ontslaan van den rentmeester bij Uw besluit van den 9. December 1893, nadat bevorens reeds door de zorg van den burgemeester een afschrift van bedoeld proces-verbaal gezonden was aan den heer officier van justie bij de arrondisse- ments-rechtbank te Breda. Behandeling Bij de aanbieding der gemeente-begrooting voor den dienst der gemeente- van 1894 hadden burgemeester en wethouders het noodig geoor- dienst°i894. deeld het standpunt aan te gevenwaarop zij zich bij het opmaken dier begrooting geplaatst hadden. »Van 1893 op 1894" zoo schreven burgemeester en wet houders »heeft plaatst het in exploitatie stellen der waterleiding. «Daardoor wordt op het gebied van het financieel beheer eene «periode van overgang gevormd, welke daarom van zoo groot ge-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1893 | | pagina 137