De heeren Van Dam en Teychiné bevolen aan de tapkraan te plaatsen in de fabriek. Na verdere discussie in den zin als bovenomschreven is en beantwoording van verschillende vragen onderwierp de voorzitter aan de goedkeuring van den Raad het voorstel Om aan de beide in de missive der commissie bedoelde fabrie ken water te leveren uit de waterleiding, mits de tapkranen ge steld worden op het binnenterrein der fabrieken, en voorts te bepalen, dat nadere aanvragen aan het oordeel van den Raad zullen onderworpen worden. Zonder hoofdelijke stemming werd vervolgens overeenkomstig liet voorstel des voorzitters besloten. En hiermede zijn wij aan het einde van dit deel van ons ver slag gekomen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1893 | | pagina 146