De heeren Van Dam en Teychiné bevolen aan de tapkraan te
plaatsen in de fabriek.
Na verdere discussie in den zin als bovenomschreven is en
beantwoording van verschillende vragen onderwierp de voorzitter
aan de goedkeuring van den Raad het voorstel
Om aan de beide in de missive der commissie bedoelde fabrie
ken water te leveren uit de waterleiding, mits de tapkranen ge
steld worden op het binnenterrein der fabrieken, en
voorts te bepalen, dat nadere aanvragen aan het oordeel van
den Raad zullen onderworpen worden.
Zonder hoofdelijke stemming werd vervolgens overeenkomstig
liet voorstel des voorzitters besloten.
En hiermede zijn wij aan het einde van dit deel van ons ver
slag gekomen.