VERSLAG van de Commissie van be
heer der Gemeente-Waterleiding te
Breda over 1893.
200
Aan den Raad der Gemeente Breda!
Het kwam der commissie van beheer der gemeente-waterlei
ding doelmatig voor om UEd.Achtb. ook reeds over het jaar 1893
een, al is het dan ook een kort, verslag aan te bieden over de
voorbereidende werkzaamheden in dat jaar ten behoeve der ge
meente-waterleiding verricht. Dit verslag dient als vervolg van
„De wordingsgeschiedenis der Bredasche hoogdrukwaterleiding",
door don gemeente-secretarisden heer A. R. Vermeulen, zoo
doelmatig en praktisch samengesteld. Het is duidelijk dat wij dit
jaar geen cijfers of berekeningen kunnen geven, aangezien de
exploitatie dit jaar niet begon en al de werken ten behoeve der
waterleiding bij aanbesteding uitgevoerd wérden, zoodat de uit te
geven sommen bepaald waren.
Nadat op 18 April 1893 het contract met den Staat der Neder
landen was geteekend, waarbij de gemeente Breda de gronden
verkreeg waarin zij de prise d'eau voor hare waterleiding kon
gereed maken, hadden de aanbestedingen voor de verschillende
werken plaats en namen de werkzaamheden al zeer spoedig een
aanvang, en werden met den meesten ijver voortgezet, zoodat,
niettegenstaande de moeilijkheden, die zich nog voordeden, de
verschillende werken op tijd gereed kwamen.
De commissie hield van Juni 1893 af vijftien vergaderingen, die
meerendeels ook door den heer J. Schotel, ingenieur der water
leiding, werden bijgewoond. In hare vergadering van 13 Juni
werd de directeur der gasfabriek, bij Uw besluit van den 3en dier
maand benoemd tot directeur der waterleiding, in functie gesteld.
Van dien datum af woonde hij de vergaderingen bij.
Het was in de vergadering van 30 Juni dat de commissie het
concept der voorwaarden waarop water zou worden verleend vast
stelde om dat aan Uwe beoordeeling voor te leggen, terwijl op
27 Juli een concept der voorwaarden werd gereed gemaakt om dit
eveneens aan Uwe goedkeuring te onderwerpen. Tevens werd de