202 Daar het buizennet ook reeds grootendeels was gelegd en dus de brandkranen en afsluiters waren geplaatstnamen wij in dezelfde vergadering het besluit om tot het gemakkelijker vinden dezer kranen geëmailleerde plaatjes, waarop de afbeelding van een pijl, te laten maken en die zoo nabij de kraan, als mogelijk was, aan den gevel van een nabijzijnd huis te doen bevestigen. Het was op 18 December 1893 dat het water in het hoog reservoir van den watertoren werd gepompt en eenige dagen later was het geheele buizennet gevuld en kon volgens de voorwaarden overal worden gespuid, om daardoor de onzuiverheden, die zich nog in de buizen mochten bevinden, af te voeren en het gansche buizennet vóór de opening der waterleiding schoon te hebben. Dit reinigen der buizen was oorzaak dat de waterleiding niet op 24 December werd geopend, doch de opening uitgesteld bleef tot half Februari 1894. Het getal van hen, die vóór 31 December aansluiting gevraagd hadden, bedroeg 394. Wij meenden aan ons verslag te moeten toevoegen de rappor ten, door de heeren prof. J. Forster ie Amsterdam en dr. G. W. J. Bremer te Rotterdam uitgebracht omtrent het water der gemeente waterleiding. Bedoelde stukken volgen hierachter. BredaApril 1894. De directeur der waterleidingDe Commissie van Beheer: P. W. PAIJENS, Ed. GIJLIÉ, voorzitter, ivaarn. secretaris. J. A. VAN AKEN. J. J. NELÏSSEN. W.G. H. ROMBOUTS. M. VAN DAM. J. A. J. W. VAN IIAL. RAPPORT van professor J. Forster, omtrent de waterleiding. Amsterdam28 Januari 1894. Bij Uw geacht schrijven van 4 Januari 1894 werd ik namens burgemeester en wethouders van Breda door U uitgenoodigd een onderzoek in te stellen naar den bacteriologischen toestand van het water der nieuwe waterleiding aldaar, ten einde na te gaan,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1893 | | pagina 221