230
Brandweer. O
Opperbrandmeesterde heer J. M. IngenHousz.
Adjunct-idem: de heer A. H. M. de Bruijn.
BRANDMEESTERS
ONDER
BRANDMEESTERS.
AANWIJZING DER
PLAATS, ALWAAR
DE BRAND
SPUITEN IN BE
WARING ZIJN.
Bijzonderheden.
C. J.R. M.Laurijssen.
J. M. Marijnen.
MrA.L vanDrielKrol.
J. M. A. C. J. Smits.
Mr F. E Pels Rijcken.
II. van Keulen.
Wagen
niet
reddings-
toestellen.
A. Kuselbos.
A. II. Knibbeler.
J. F. de Volder.
J. Mol.
P. J. Schellekens.
Adr. Verhagen.
F J. C. Dekkers.
J. Erkelens.
R C. Verheijen.
C. A. Deens
Th. Kessel.
G. v. d. Velden
A. v. d. Heijden.
P. M. Kuselbos.
G. v. d Sande.
J. F. Snelders.
P. A. Onmen.
J A. Willemse.
Ch. P. Oomes.
Voormalige
Waterpoort.
Voormalige
Ginnekenbrug.
Nabij de
Kloosterkazerne.
Voo'rmalige
Boschbrug.
Nieuwehuizen.
Gemeentehuis.
Voormalige
Ginnekenbrug.
R.-K. Gasthuis.
Oude
Mannenhuis.
Bij spuit N°. 4
De onderbrand
meesters genieten
ieder 5.per
jaar, alsook de
brandmeester der
handbrandspuit en.
De spuitgasten
genieten bij oefe
ning 50 cent en bij
biand naar tijd van
duur en diensten.
De bode der
brandweer geniet
50.per jaar.
Spuit n°. 5 is
buiten gebruik ge
steld. De onder
brandmeesters doen
dienst bij andere
spuiten.
Het getal spuitgasten bedraagt ongeveer 200.
Bode der brandweer is: C. de Jongh.
De brandbluscbmiddelen worden in goeden staat onderhouden.
De toestand van de brandweer wordt medegedeeld gelijk die was op 31 Decem
ber 1893. In verband met liet in gebruik stellen der waterleiding hebben bereids in
1894 nieuwe regelingen plaats gehad.