235
brandweer veel te laat is opgeroepenmet liet gevolg dat de pan
den nagenoeg geheel waren afgebrand voordat zij op het terrein
aanwezig kon zijn. Alle branden echter werden beperkt tot één
perceel.
In de maand Augustus werd door den adjunct-opperbrand-
meester en een brandmeester met den gemeente-architect en den
inspecteur van politie brandschouw gevoerd bij de bakkers en
hoveniers in de kom de gemeente wonende.
Bij deze brandschouw werd, behoudens eenige kleinere geval
len der vermelding niet waard, bij den bakker
een oven, welke groot brandgevaar opleverde bevonden, waarvan
de onmiddellijke opruiming werd gelast en bewerkstelligd.
De brandbluschmiddelen zijn in het afgeloopen jaar nog verrijkt
met een zoogenaamde hooiboor, bestemd om te onderzoeken of een
hooimijt inwendig nog aan het smeulen is.
Aan het einde van dit verslag gekomen zij het ons vergund
op te merken dat de brandweer te Breda door de opening dei-
waterleiding een nieuw tijdperk is ingetreden.
Reeds in het laatst van het afgeloopen jaar zijn door brand
meesters en onderbrandmeesters oefeningen gehouden in het aan
schroeven van de opzetstukken aan de brandkranen der waterleiding
en daarmede zal zeker in dit jaar met ijver worden voortgegaan,
overtuigd als wij zijn dat in 't vervolg de taak der brandweer
grootendeels zal vervuld worden met behulp der waterleiding. De
verwachting mag dan ook worden gekoesterd dat door eenejuiste
en snellere aanwending van de betere bluschmiddelendie door
de waterleiding onder het bereik der brandweer zijn gesteld, vele
branden in hun begin zullen worden gestuit.
Namens het college van brandmeesters
J. INGENHOUSZ—Bootz
opperbrandmeester.
F. E. PEES R1JCKEN,
secretaris.
Breda, 9 Maart 1894.