297 het onderwijs door geen ziekte of vacature van docenten eenige stoornis ondervond. De eenige verandering in het onderwijzend personeel bestond hierin, dat de heer J. Cock, tijdelijk leeraar in het handteekenen, door de reorganisatie van de Koninklijke Militaire Academie, waaraan hij als leeraar verbonden was, naar de cadettenschool te Allernaar werd verplaatst. Hij verliet Breda in het begin van September 1893. Zijne betrekking bij het middel baar onderwijs te Breda werd echter terstond overgenomen door den heer J. N. T. Buining, die als leeraar aan de ambachtsschool en aan het stads-teekeninstituut sedert jaren bij den gemeenteraad bekend was en den 26. Augustus 1893 door den gemeenteraad met algemeene stemmen als opvolger van den heer Cock werd aangewezen. Aan den heer Cock werd het eervol ontslag gegeven, dat hij gevraagd had. Door de commissie is hem hier een woord van dank verschuldigd voor de goede diensten, welke hij sedert het jaar 1884 aan de Bredasche scholen als teekenleeraar heeft bewezen. Met begin van het schooljaar 18931894 bestond het personeel der docenten uit de heeren: W. C. Hedick, leeraar in natuurkunde en cosmographie; dr. J. D. R. Schefïer, leeraar in scheikunde en natuurlijke historie H. A. Rijkens, leeraar in aardrijkskunde en boekhouden; C. Goedeljée, leeraar in het Fransch; J. de Jong, leeraar in geschiedenis en staatswetenschappen; J. M. Acket, leeraar in het Nederlandsch M. G. van Neck, leeraar in het Engelsch; B. W. Mondt, leeraar in wis- en werktuigkunde, alsmede in het rechtlijnig teekenen; H. A. Derksen, leeraar in wiskunde; J. A. M. Rijk, leeraar in het Hoogduitsch; J. N. T. Buining, leeraar in het handteekenen. Hierbij zij opgemerkt dat, naar aanleiding eener aanmerking van den inspecteur, de lessen in de stelkunde vroeger door den heer Derksen in den 4den en 5den cursus gegeven, door den heer Mondt zijn overgenomen. 22

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1893 | | pagina 316