313
aan het instituut vervulde, die een bijzonder woord van lof en
dank toekomt voor de invoering van de in dit verslag reeds be
sproken nieuwe methode voor onderwijs, werd door de regeering
benoemd tot leeraar aan de cadettenschool te Alkmaar.
Het gevolg hiervan was, dat hij onze stad moest verlaten en
hem op zijn verzoek door den gemeenteraad eervol ontslag ver
leend werd uit bovengenoemde betrekking, onder dankzegging
voor de vele diensten aan het instituut bewezen.
Ter voorziening in de vacature ontstaan door het vertrek van
den heer ,T. Cock, werd op voordracht der commissie, bij besluit
van den gemeenteraad van 26 Augustus 1893, tot directeur inde
hoofdafdeeling handteekenen en tevens tot leeraar in de hoogste
klasse dier afdeeling benoemd de heer J. N. T. Buining, tot dusver
leeraar in de 2e klasse handteekenkunde.
Ter vervanging van den heer Buining werd de heer A. Wirtz
alhier aangesteld als leeraar in de 2e klasse handteekenen.
In diezelfde raadszitting werd behandeld het voorstel der com
missie tot het vormen eener klasse in het machineteekenen, eens
deels met het doel de afdeeling lijnteekenenwaarin dit vak werd
onderwezen, van een te groot aantal leerlingen te ontlasten en
anderdeels om een meer speciaal onderwijzer daarvoor beschikbaar
te hebben, en zulks te meer omdat het aantal leerlingen, het
smidsvak beoefenende, elk jaar toeneemt.
De Raad, een en ander beamende, benoemde tot leeraar in het
machineteekenen (nieuwe cursus) den heer J. W. Kannemans, tot
dusverre leeraar in de 4e klasse handteekenen; tot leeraar in de
4e klasse den heer W. H. K. Kannemans, thans leeraar in de 5e
klasse, en tot leeraar in de 5e klasse handteekenen den heer P.
Maassen, thans leeraar in het schilderen aan de ambachtsschool.
De heer H. J. Lathouwers, tijdelijk aangesteld als leeraar in
het boelseeren, werd op voordracht van de commissie, in de raads
vergadering van den 4<len November definitief benoemd.
De nieuwe afdeeling machineteekenen bestaat uit een twee
jarigen cursus.
In het eerste jaar worden de verschillende onderdeelen behan
deld die tot het daarstellen van drijfwerken behooren.
Het tweede jaar handelt over afsluiters, kranen en verschil
lende onderdeelen van stoommachines.
23