316 V. Ambachtsschool. Deze school, de viucht van edelmoedigheid en practischen zin, werd, zooals U bekend is, gesticht in de tweede helft van het jaar 1886, uit een legaat, gemaakt aan de gemeente Bredadoor wijlen den heer dr. L. F. W. van Cooth. Inderdaad mag onze gemeente zich met die in voortgaanden bloei verkeerende stichting gelukkig rekenen, omdat de tijd tot het vestigen eener ambachtsschool gekomen was. De behoefte aan zoodanige school deed zich onafwijsbaar gevoelen en daaraan zou wel is waar te eenigertijd zijn te gemoet gekomen, maar niet spoedig zou eene inrichting gevestigd zijn op gelijken voet, als thans mag aanschowd worden, eene inrichting, die den naam onzer gemeente ver hoogt en een nijver deel onzer bevolking zoozeer ten goede komt. Wilde Yan Cootii den jongeling, die zijne beroepskeuze op het gebied der handwerksnijverheid bepaald had, steunen in zijne vorming en ontwikkeling, opdat hij eenmaal zou kunnen wed ijveren met anderen in bekwaamheid, reeds in de nog jongere schooljeugd wenschte hij den lust tot ijver en orde te prikkelen, en stichtte daartoe mede een fonds, waaruit spaarbankboekjes verstrekt worden aan hen of aan haar, die op de openbare scholen door getrouw schoolbezoek hebben uitgemunt, en wel tot een bedrag van f 1495 per jaar. Hiermede stelde zich de edele man nog niet tevreden en be dacht ook mildelijk den braven ambachtsman, als zijn levensavond zou genaderd zijn. Te hunnen behoeve stichtte hij een fonds, waaruit twaalf woningen gebouwd werden en die zij kosteloos tot aan hun dood kunnen bewonen. Met dit korte woord wenschen wij bij voortduring den naam te verheerlijken van een man, die in zijne stichtingen den adel heeft uitgedrukt zijner gedachten en door onbekrompen daden getoond heeft een werkmansvriend te zijn geweest bij uitnemendheid. De commissie van beheer der ambachtsschool is samengesteld uit de volgende heeren: Ed. II. A. Guljé, burgemeester, voor zitter A. Vriends, ,T. Lijdsman, J. A. .T. W. van Hal, P. J. van Aalst. W. J. Slechtriem, W. C. Koomans, G. Lamers, secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1893 | | pagina 335