3-20 De commissie bestaat alzoo uit de heeren Ed. GULJE, voorzitter. A. VRIENDS, J. LIJDSMAN J. A. J. W. VAN HAL, P. J. VAN AALST, W, J. SLECHTRIEM, VV. C. KOOMANS, G. LAMERS, secretaris. Geregeld vergaderde de commissie éénmaal per maand en wel gedurende de zomermaanden den eersten Donderdag en in de wintermaanden den eersten Woensdag. In de maand Februari werd eene buitengewone vergadering gehouden. Elke maand zijn, volgens bestaanden rooster, twee leden met het schoolbezoek belast en deelen hunne bevindingen in de eerst volgende commissie vergadering mede. Zooals uit ons vorig jaarverslag op bladz, 6 blijkt, had het aantal leerlingen in het smeden op 31 December 1892 het cijfer 48 bereikt. Herhaalde malen had het in onze vergaderingen een punt van overweging uitgemaakt en even zooveel malen werd de noodzakelijkheid uitgesproken een tweeden onderwijzer in het sme den aan te stellen, waarmede evenwel uitbreiding of wijziging van de werkplaatsen gepaard zoude moeten gaan. Een en ander eischte meerdere uitgaven en welde uitbreiding of wijziging der lokalen eene uitgave in ééns, en het aanstellen van een onderwijzer een jaarlijks terugkeerende. Deze zaak werd in de gewone vergadering van Februari ter besludeering, ook wat het financieel gedeelte betreft, aan eene speciale commissie opgedragenwelke commissie reeds in eene buitengewone vergadering, gehouden den 22. Februari d. a. v., verslag uitbracht, waarvan de slotsom was, dat het aanstellen van een tweeden onderwijzer in het smeden gebiedend noodzake lijk was, en dat ten einde de uitbreiding of wijziging der werk plaatsen op de minst kostbare wijze te doen plaats hebben, de wenschelijkheid werd uitgesproken de smidswerkplaats in twee leden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1893 | | pagina 339