VERSLAG van de Algemeens Zang- en Muziekschool over 1876—1893. 335 «Het kan voor U niet anders dan aangenaam zijnde onge- «zochte gelegenheid te vinden, in geschrifte licht te verspreiden »over Uwe inrichting, welke als eene verdienstelijke bekend staat. «Reeds vele jaren is het geleden, dat de bedoelde school door »U werd opgericht. «Zij heeft derhalve eene geschiedenis. «Uitgaande van het denkbeeld, dat U gehoor wilt verleenen aan «den wensch van den Raad, zou het, dunkt ons, aanbeveling «verdienen, dat het eerste verslag, dat wij van U zullen mogen «ontvangen, die geschiedenis, zij het ook in beknopte bewoordin- «gen, doe kennen, ten einde als een geschikt knooppunt te dienen «voor latere verslagen. «Gaarne voegen wij hierbijdat het ons voornemen isUw «verslag op te nemen in ons jaarverslag aan den gemeenteraad. «En dewijl dat verslag in April moet worden aangeboden en «heel wat arbeid aan de samenstelling daarvan verbonden is, zou »U ons genoegen doen ons Uw verslag vóór half Maart e.k. te «willen doen toekomen.» Burgemeester en Wethouders. Aangenaam was het ons daarop het volgend verslag te ontvan gen waarvan ook wel door U met belangstelling zal worden kennis genomen Ter voldoening aan Uwe missive van 10 Januari 11. heeft de commissie van de algemeene zang- en muziekschool de eer U het volgende overzicht over den toestand der school te zenden Op den 17. Februari 1876 werd door eenige leden der Ko ninklijke muziekvereeniging «Vlijt en Volharding» besloten tot de oprichting van eene zang- en muziekschool. Dien dag werd eene commissie van 6 leden onder voorzitterschap van den heer mr. Max van Dam benoemd om de school onder patronaat der genoemde muziekvereeniging te besturen. Als een bijzonderheid mag hier vermeld worden dat de heer P. B. Nieuwenhuijs als penningmeester optrad, welke betrekking hij thans nog vervult.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1893 | | pagina 354