336
Door het gemeentebestuur werd het lokaal boven de boterhal
tegen 50 cents huur per week afgestaan en de school, met den
heer Umland tot directeur, op 1 April 1876 ingewijd.
De muziekvereeniging zou het eerste jaar f 200.en de vol
gende jaren f 150.bijdragen, terwijl door het gemeentebestuur
eene som van f 308.voor oprichtingskosten werd betaalden
het uitzicht werd geopend op een jaarlijksche subsidie.
Het aantal leerlingen bedroeg voor zang 94, voor piano 14,
voor strijkinstrumenten 4 en voor blaasinstrumenten 3, terwijl nog
aan 16 leerlingen gratis zang-onderricht werd gegeven.
Reeds was de commissie in Juli 1877 verplicht naar een ander
lokaal uit te zien, wegens de verbouwing van de boterhal. Zij
huurde het achterlokaal van de pianofabriek van den heer De Ruijter
in de Reigerstraat, tegen f 200.'sjaars, waarbij eene som van
f 50.voor verbouwingskosten moest gevoegd worden.
In September 1880 werd de band met de muziekvereeniging „Vlijt
en Volharding" verbroken en de school zelfstandig gevestigd onder den
naam van algemeene zang-en muziekschool. Op den 1. October van
dat jaar werd de heer G. Dorrenboom tot muziek-directeur benoemd.
Aanvankelijk moest in het onderwijs op de viool worden voor
zien door een leeraar daarvoor uit Dordrecht twee malen 's weeks
te doen overkomen. Het piano-onderwijs werd geheel gereorga
niseerd; door de aanschaffing van meerdere piano's in huur werd
het mogelijk dit onderwijs klassikaal te geven.
Het zangonderwijs, vooral voor de gratis-leerlingen, werd ver
beterd door de aanstelling van vaste onderwijzers en eene splitsing
der klassen. Ook een koorklasse werd opgericht.
ïn September 1881 werd het reeds noodig des Zondags voor de
gratis zangleerlingen twee klassen te vormen.
In Juli 1882 werd besloten tot het geven van gratis-onderricht
op strijkinstrumenten aan eenige leerlingen, terwijl aan deze leer
lingen door de school een instrument gratis in bruikleen zou
worden afgestaan.
De noodzakelijkheid van een doelmatiger lokaal had zich reeds
lang doen gevoelenmaar moeilijk was het een geschikte gelegen
heid te vinden, midden in de stad, niet te ver van de gewone
scholen welke de leerlingen bezoeken, gelegen.
Tegen 1 Mei 1883 werd het huis in de St. Annastraatwaarin
de school nog gevestigd is, gehuurd van den heer Schoenmakers,