Opgaven over 1893. 348 Inrichtingen, bedoeld bij litt. d van art. 2 der wet op het armbestuur, zijn in deze gemeente niet aanwezig. Sinds jaren is de administratie van het burgerlijk armbestuur gesplitst in het beheer der gewone armenzorg en in uitgaven voor onderstand als politiemaatregel. In verband met deze splitsing is eene subsidie uit de gemeente kas toegestaan aan voornoemd armbestuur tot een bedrag van twee duizend gulden, waarover in haar geheel beschikt is. (Zie omtrent het verhoogen der subsidie het vermelde bij het onderwerpvoornaamste in den gemeenteraad behandelde zaken.") De kosten voor den gewonen onderstand worden door het arm bestuur betaald en hebben zich in 1893 bepaald tot a. Ondersteunden Gedurende het jaar zijn ondersteund Voortdurend: 98 hoofden van huisgezinnen en 24 eenloopende personen. Tijdelijk: 23 hoofden van huisgezinnen en 46 eenloopende personen. b. Onderstand in geld en brood: Aan onderstand in geld is uitgegeven f 3751.75 en aan brood 351.54. c. Bestedelingen Op den 31sten December 1893 waren besteed 19 manne lijke en 35 vrouwelijke personente wier behoeve werd uitgegeven f 4199.17. In 1892 werd betaald f 4290.685, toen 64 personen be steed waren. d. Kosten van onderstand: Gewone ontvangstenf 13368.06'' Gewone uitgaven12367.12' Bleef in kas op ultimo December 1893 1000.94 26

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1893 | | pagina 367