358 Van de gemaakte bestedingskosten worden na afloop van elk kwartaal mandaten opgemaakt, met welker afgifte belast is ons medelid de heer J. A. J. W. van Hal. INKOMSTEN VAN DE ADMINISTRATIE. I. Kapitalen en bezittingen. A. Kapitalen. Op den 31. December 1893 stond ten name van de algemeene armen of van hen die zij vervangen hebben, in de grootboeken der Nederlandsche werkelijke schuld ingeschreven: 1° een kapitaal groot 57200.rentende 2 '/2 2° 10500.3 °/0 3° - 18600.— 3</2 Onder het sub 2 genoemde kapitaal is begrepen een bedrag van 2100, in November 1891 aangekocht, en voortgesproten uit de aflossing van twee Russische obligatiën, ieder groot f 1000, ons gelegateerd door wijlen mr. Jacob Hoeuflt, blijkens testament verleden voor den notaris J. van Naerssen te Breda, den 19. April 1830. Wegens uiterste wilsbeschikking van bovengenoemden erflater wordt de rente van dit bedrag uitgekeerd aan twee schaamachtige armen en wel aan één van den protestantschen en één van den roomsch-katholieken godsdienst. In het genot van deze uitkeering zijn thans mejuffrouw Clara Hopman en Johanna van Gooi, geb. Rijpaard. Eveneens wordt aan deze vrouwen uitgekeerd de renten van 27.05, belegd in de rijks-postspaarbank, welk bedrag zijn ont staan te danken heeft aan het verschil tusschen de aflossing der Russische obligatiën en den aankoop der Nederlandsche werkelijke schuld, hierboven vermeld. Bovendien is onder het sub 2 genoemde kapitaal begrepen een som van ƒ3000 in contantengelegateerd door wijlen mevrouw Henrietta Johanna Anna Maria Oukoop, weduwe van den HoogEdel- Gestrengen heer Charles David van Naerssen, welke som, inge volge hare uiterste wilsbeschikking bij akte verleden voor den notaris mr. Johannes Adriaan Vorstman, ter standplaats Ginnehen, is ingeschreven in het grootboek der nationale schuld, letter J, deel 3, nummer 728.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1893 | | pagina 377