363 Subsidie van de gemeente. De subsidie, groot 2000.ons toegestaan in onze begrooting van ontvangsten en uitgaven over het afgeloopen jaar, hebben wij in haar geheel ontvangen. Beloop der ontvangsten en uitgaven onzer administratie. Van 1 Januari tot en met ultimo December 1893 bedroegen: de ontvangsten. f 13368.066 de uitgaven12367/125 zoodat op ultimo December 1893 zich in kas moest bevinden f 1000.94. Er was evenwel slechts aanwezig een bedrag van f 691.02; het verschil ad f 309.92 is door ons bestuur bij het opmaken der rekening, na het vertrek van den ontrouwen rentmeester, te min in kas bevonden, zoodat wij het jaar 1894 openen met een batig saldo van f 691.02. In dit saldo is begrepen een bedrag van f 84.27 ter belegging bestemd. Het resteerende bedrag zal strekken tot afdoening van schulden betrekking hebbende op het dienstjaar 1893, waaronder zeer belangrijke, als: o, a. kostgelden van bestedelingen over het 3e kwartaal 1893 f 919.126 en idem over het 4e kwartaal 1893 ƒ961.56, zoodat wij feitelijk het jaar 1894 aanvangen bezwaard met onze kas te boven gaande lasten. De door ons gemaakte kcsten van onderstand als maatregel van politie zijn rechtstreeks door de gemeente betaald, zoodat deze alzoo niet begrepen zijn in door ons bestuur hierboven ver melde gedane uitgaven. Genees-, heel- en verloskundige dienst der armen. Van gemeentewege zijn voor dezen dienst aangewezen de heeren dr. J. P. Hofman en dr. A. Bossers en de vroedvrouwen mejuffrouw F. Brugs, geb. Den Hartogh en mejuffrouw A. van de Corput, geb. Cuijle. Mejuffrouw F. Brugs, geb. Den Hartogh, verleende in 1893 aan 57 onvermogende vrouwen verloskundige hulp; door mejuf-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1893 | | pagina 382