Districts commissie van het Fonds tot aanmoediging en
ondersteuning van den gewapenden dienst in de
Nederlanden, te Breda.
378
Evenals het vorig jaar volgen te dezer plaatse eenige mede-
deelingen omtrent de werking van de
Door opeenvolgende sterfgevallen was genoemde commissie van
al hare leden ontbloot geraakt. Enkel bleef over de gemeente
secretaris, die, in opvolging van zijn voorganger, vervulde de be
trekking van secretaris-thesaurier.
De vele werkzaamheden daaraan verbondenals omvattende de
werkkring der commissie 38 gemeenten, en de dikwerf met
zijne drukke hoofdbetrekking op één tijd samenloopende bezigheden,
gaven den gemeente-secretaris aanleiding te verzoeken, bij de ver
nieuwing der commissie ook hem door een ander te doen vervangen.
Overtuigd van de deugdelijkheid van het motief, leenden wij
daaraan gewillig het oor.
Zoo was derhalve eene geheel nieuwe commissie saftm te stellen.
Hiertoe riepen wij de voorlichting en medewerking in van den
gepensionneerden generaal-majoorden HoogEdelGestrengen heer
J. H. II. Dommers, waarvan het gevolg was, dat door ons op den
31. Mei 4893 tot leden der commissie konden worden benoemd, de
heeren
4. J. II. H. Dommers, gep. generaal-rnajoor, voorzitter.
2. J. A. Yink, gep. kolonel van het O.-I. leger.
3. H J. KnijPf, gep. majoor van het O.-I. leger.
4. II. C. W. Kogenschot, gep. kapt. kw. m. van het O-I. leger,
secretaris-penningmeester.
Alle genoemde heeren waren zoo bereidvaardig hunne benoe
ming aan te nemen, en weinige dagen daarna had de installatie
der nieuwe commissie plaats ten gemeentehuize, alwaar ook aan
haar eene kamer ten gebruike is beschikbaar gesteld.
Het optreden der genoemde nieuwe commissie gaf ons aanleiding
aan haar het volgend schrijven te richten:
»Sinds eenige jaren bestaat de gewoontein het gemeenteverslag
waarvan ook een exemplaar aan de Ilooge Regeering wordt opge-