415 Nadat verder aan alle voorschriften der wet voldaan was en omtrent de zaak zelve het deskundig oordeel was ingewonnen van den heer inspecteur van het geneeskundig staatstoezicht alhier werd door ons in onze zitting van den 18. Mei 4893 op voorbe- doeld adres eene afwijzende beschikking genomen, gegrond op de volgende overwegingen «Dat in de inrichting, waarin adressant goederen wenscht te «verven, tal van aniline-kleurstoffen dienst moeten doen, die na «afwerking en bij eenige uitgebreidheid der werkzaamheden on- »getwijfeld tot bederf van het water in de Gampel aanleiding «zullen geven; «dat de meening, dat van de kleurstoffen weinig of niet in »de Gampel zal uitloozen, daar het te zeer in het belang van «adressant is om alle kleurstoffen zooveel mogelijk aan de mengsels »te onttrekken niet gedeeld wordt, omdat een kleurenmengsel «dat reeds eenmaal voor het kleuren van goederen gediend heeft, «door opname van vuil en andere zelfstandigheden dier goederen, «veel van zijn bruikbaarheid heeft verloren en deze zuinigheids- «maatregel, in verband met de goedkoope prijzen der kleurstoffen «alzoo in strijd moet worden geacht met het doel om een goed «fabricaat te leveren «dat ten aanzien der vraag: in hoever het gebruikte en ge- «kleurde afvalwater van ververijen door een filtrum genoegzaam «kan ontkleurd en onschadelijk gemaakt worden de ondervinding «geleerd heeft, dat alleen door eene klaringsmethode met opvol- «gende bezinking, of door grondültratie en irrigatie, een voldoend «heil te wachten is «dat voor de klaringsmethode, die verscheidene kostbare reser- «voirs eischt, het terrein, waarop adressant zijn ververij wenscht «op te richten, geen voldoende ruimte aanbiedt, terwijl van de «grondfiltratie en irrigatie in deze geen sprake kan zijn; «dat alzoo de overtuiging bestaat, dat in casu geen voldoende «maatregelen kunnen genomen worden." Adressant zich over deze beschikking bezwaard gevoelende, stelde daartegen beroep in bij Hare Majesteit de Koningin-Regentes. Het daartoe strekkend adres werd weldra ter fine van bericht in onze handen gesteld; en dewijl de weerlegging van het adres

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1893 | | pagina 434