418 «slechts door eene latten, met riet en kalk bestreken, schutting «van het benedenlokaal gescheiden is; dat tegen de balklaag geen «plafond is aangebrachtdat de vloer slechts bestaat uit eene platte «laag steenen in zanddat geen afvoer voor spoelwater aanwezig «is, terwijl het lokaal slecht verlicht is, zoodat het alle ver- «eischten mist, welke in redelijken zin aan eene slachterij te stellen «zijn; dat daarbij komt het bestaan der bovenwoning en de «omstandigheid dat deze zeer slecht van de benedeniccaliteit ge sscheiden is, alsmede de bijna totale onmogelijkheid tot het «aanbrengen van een luchtkoker.» Niets meer van de zaak vernomen hebbende, heeft alzoo de belanghebbende in ons voormeld besluit berust, althans daartegen geen hooger beroep ingesteld. B. Vervening. Bestaat in deze gemeente niet. C. Mijnwezen, Steengroeven en kolenmijnen worden alhier niet aangetrolTen. D. Jacht en Visscherijen. De gemeente bezit geen jachtvelden, terwijl de visscherij zich bepaald tot de haven en hare vertakkingen, alsmede tot de Sin gelgracht rondom de gemeente. De visscherij is verpacht voor f 226.per jaar. Uitgereikt zijn: groote vischakten 3, groote jachtakten 35, kleine vischakten i.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1893 | | pagina 437