28 B. Het College van Dagelijksch Bestuur. In de raadszitting van 8 April 1893 werd overgegaan tot de benoeming van een wethouder in de plaats van den heer E. II. A. Guljé, benoemd tot burgemeester. Benoemd werd de heer W. G. H. Rombouts, die zijne be noeming aannam. In de raadszitting van 5 September 1893 werd overgegaan tot de benoeming van twee wethouders, bij periodieke aftreding van de heeren J. J. Nelissen en W. G. H. Rombouts. Beide heeren werden weder benoemd en namen hunne be noeming aan. Zoowel de burgemeester als de wethouders zijn ambtenaren van den burgerlijken stand. Voormeld college was op den 31sten December 1893 samenge steld uit de heeren: E. H. A. Guljé, burgemeester. (Benoemd bij Koninklijk besluit van 13 Maart 1893.) J. A. van Aken, wethouder, aftredende in 1896. J. J. Nelissen, wethouder, y> 1899. W. G. II. Rombouts, wethouder, 1899. Secretaris is A. R. Vermeulen, benoemd bij raadsbesluit van 12 Mei 1888. Gemeente-ontvanger: F. F. X. Cerutti, benoemd bij raads besluit van 12 Maart 1892.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1893 | | pagina 47