30 6Ö. Het beheer en de exploitatie der hoogdruk-waterleiding is opgedragen aan burgemeester en wethouders, bijgestaan door de commissie voor de waterleiding, bestaande uit de heeren: E. H. A. Guljé, burgemeester, voorzitter. J. J. Nelissen, J. A. J. W. van Hal, Mr. M. van Dam, W. G. H. Rombouts. (Art. 1 der verordening van 12 Augustus 1893.) Behalve de voormelde- raadscommissiën bestaan nog de volgende voor bijzondere zaken a. Voor de Tramwegen Het is tot dusver niet noodig gebleken, de in deze commissie ontstane vacaturen aan te vullen. Lid is alsnog de heer J. .T. Nelissen. b. Voor het Valkenberg E. II. A. Guljé, burgemeester, J. A. J. W. van Hal. (Vacatures mr. A. C. D. Pels Rij ekenoverleden, en mr. J. II. van Mierlo). De niet aanvulling dezer vacatures houdt verband met de vol tooiing van het Valkenberg naar het grondplanRosseels. c. Voor het Scheepvaartlcanaal: E. H. A. Guljé, burgemeester, voorzitter, Mr. M. P. M. van Dam J. A. J. W. van Hal. (vacature mr. J. II. van Mierlo). Idem wijlen mr. A. C. D. Pels Rijcken). Toegevoegd aan deze commissie is de heer G. Lamers, gemeente architect. Later zal het moeten blijken, of het noodig is deze commissie in stand te houden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1893 | | pagina 49