41 Art. 6. Bij eventueele aanvaringen der bruggen of remmingwerken geeft hijzoodra mogelijkdaarvan aan den architect een uitvoerig schriftelijk bericht, met vermelding van den tijd waarop de aan varing of beschadiging heeft plaats gehad, benevens den naam en de woonplaats van den schipper of gezagvoerder van het vaartuig. Hij oefent het politietoezicht uit op de bruggen en hare omge ving en staat als zoodanig onder de bevelen van den commissaris van politie. Art. 7. Het is hem verboden een schip of vaartuig door de draaibrug over de Mark aan de Nieuwe Prinsenkade naar buiten te laten passeeren, zonder dat door den gezagvoerder aan hem het bewijs is vertoond, dat de haven- en bruggelden door hem zijn betaald. Bij eventueelen twijfel daaromtrent roept hij de hulp van den havenmeester in. Art. 8. De brugwachter woont in de voor hem bestemde benedenwoning in de Dwarsstraat, welke hij aan niemand in gebruik of huur mag afstaan en voor geen ander doel dan voor woning mag gebruiken. Art. 9. De brugwachter is verplicht op zijne kosten een donkerblauwe jas en dito pet te dragen, de laatste op den band voorzien in rood van het woord: brugwachter." Het model van een en ander zal door de gemeente worden verstrekt. Art. 10. Hij mag bij zijne betrekking geen ander ambt of beroep uit oefenen, noch de bruggen door een ander laten bedienen dan met toestemming van burgemeester en wethouders, en middellijk noch onmiddellijk deelnemen aan pachten, leveringen of aannemingen ten behoeve der gemeente. Bij ziekte of ontstentenis, welke hem voor het waarnemen zijner betrekking onbekwaam mocht maken, geeft hij onverwijld daar van kennis aan den gemeente-architect.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1893 | | pagina 60