55 Art. 5. De in de artikelen 1 en 2 bedoelde overdracht zal geschieden bij eene binnen zes maanden na de eerste oplevering der door den Staat uit te voeren werken op te maken akte. Daarbij zal op hetgeen dan volgens artikel één aan de gemeente wordt afgestaan, ten behoeve van de aan den Staat voor bouw terrein verblijvende gedeelten der aldaar genoemde kadastrale per- ceelen de erfdienstbaarheid worden gevestigd, dat er niets anders op gebouwd mag worden dan zoodanige kleine getimmerten als in een openbaar park op hunne plaats zijn, met deze uitzondering, dat op het sub n°. 2 vermelde stuk grond eene opzichterswoning en een bij een kinderspeeltuin behoorend gebouw mag worden opgericht. Art. 6. De Staat verbindt zich tegenover de gemeente om in de voor waarden waarop de in het vorige artikel genoemde bouwterreinen verkocht zullen wordente bedingen 1°. dat de gevels der daarop te stichten gebouwen de hoogte van ten minste acht meter boven de aangrenzende wegen moe ten hebben. 2°. dat op die terreinen nergens dan langs de Nieuwe Ginneken- straat logementen, herbergen, sociëteiten, koffiehuizen of der gelijke inrichtingen mogen worden gevestigd dan met vergunning van burgemeester en wethouders der gemeente Breda. Art. 7. De rechten en kosten vallende op deze akte en op die bedoeld in artikel 5, zoomede die van hare overschrijving in de openbare registers zijnmet uitzondering van het salaris van den bewaarder der hypotheken, dat door den Staat zal worden betaaldten laste der gemeente Breda. Aldus in dubbel opgemaakt en geteekend te Breda den negentienden September achttien honderd drie en negentig. (Get.) Ed. GULJË, (Get.) HEIJL, burgemeester. ontv. reg. en dom. (Get.) A. R. VERMEULEN, secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1893 | | pagina 74