59 regelen waren of zouden worden genomen om liet rijkslandbouw proefstation, waarvan sprake was dat het van hier zou verplaatst worden, in deze gemeente te behouden. Na de verklaring van den voorzitterdat er alsnog ter zake niets officieels bij het dage- lijksch bestuur bekend wasvorschte vooral de heer Heijlaerts naar middelen om bedoeld station alhier te behouden, doch de gevoelens liepen er over uiteen, om al of niet die middelen aan te wenden, in verband met de vraag, of het proefstation wel zoo groote drukte medebracht. Die twijfel lokte te recht of ten onrechte een niet ontvankelijk protest uit van den betrokken directeur, den heer dr. A. J. Swaving, gelijk bleek in de zitting van 5 Sept. 1893. 18 Februari 1893. Stichten van Den in 1892 afgebroken draad (zie verslag over dat jaar bl. "'tr'n5ö en volgg.) weder opnemende, wordt nopens het ter zijde ge- enz, gnoemde onderwerp het volgende vermeld: In de raadszitting van 18 Februari 1893 werd mededeeling gedaan van den uitslag der gehouden conferentie met het bestuur der /Groote Sociëteit", in zake den afstand van eenig terrein in het Valkenberg. De voorwaarden werden voorgesteld in de volgende formules: 1°. de sociëteit wenscht den pachttermijn bepaald te zien op dertig jaren; 2°. de pachtsom zal zijn honderd gulden per jaar; 3°. de sociëteit zal bouwen paviljoen met vleugels en muziektent; 4°. de afrastering komt voor rekening der sociëteit; 5°. het planten van boomen en heesters komt voor rekening van de gemeente, zoomede het leggen van gasbuizen; 6°. om het paviljoen nu en dan open te stellen voor het publiek, had bezwaar ontmoet. Het bestuur der sociëteit meende zich voorshands verzekerd te kunnen houden, dat hun leden een voorstel daaromtrent niet zouden goedkeuren; 7°. vrijheid wordt gelaten te bepalen, dat verbouwing of bijbouw niet zal mogen plaats hebben zonder goedkeuring van den ge meenteraad.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1893 | | pagina 78