64 heeft aangewezen zal mede tot het doel voeren Daarom aarzelde hij niet zijn vroeger voorstel in te trekken, overtuigd als hij is, dat eene goede en steeds volgehouden controle alles zal voorkomen wat vroeger geschied is. Hiermede werd deze zaak beëindigd. Uitbreiding In de zitting van 16 Maart 1893 kwam een schrijven in van de wijzendperar-~comm'®s'e voor Ambachtsschool alhier, waarin de gebiedende neel in bet noodzakelijkheid betoogd werd tot het in dienst stellen van een SIAmbac'bts-de,,wee^en onderwijzer in het smeden. school. »Het getal leerlingen in het smeden» zoo argumenteerde de commissie »is successievelijk gestegen tot 47, terwijl er met het «eindigen van den cursus, op 1 Mei 1893, elf wegens volbrachten «leertijd de school zullen verlaten. Intusschen laat het zich reeds »nu aanzien dat op genoemd tijdstip meer dan 11 nieuwe leerlin- »gen in dat vak aangenomen zullen moeten worden. »Het getal van 47 leerlingen voor één onderwijzer was reeds »te groot en zijn wij aan dat bezwaar reeds gedeeltelijk te gemoet «gekomen door telkens bij groepen een deel der leerlingen uit de «werkplaats te trekken en dit teekenonderwijs te doen geven. Het «blijkt evenwel dat ook die maatregel het bezwaar niet geheel «wegneemt en dit alzoo ten nadeele van de betrokken leerlingen «komt.» Mitsdien werd in overweging gegeven een tijdelijk onderwijzer in het smeden in dienst te stellen tegen eene bezoldiging van f 650.per jaar, te dekken uit de inkomsten van de ambachtsschool. Bedoeld voorstel vond een gunstig onthaal. Enkel nam de heer Rombouts daaruit aanleiding de betrokken commissie te verzoeken voorzichtig te zijn met het aannemen van buiten-leerlingen. Voorstel tot Het ter zijde genoemde onderwerp ontleende stof tot bespreking hot bijbouwen aan een jn ,]e raadszitting van 16 Maart 1893 ter tafel gebracht oener school u i. 1 j L Q schrijven van de commissie van toezicht op het lager onderwijs alhier, waarin de noodzakelijkheid werd aangetoond, aan de west zijde van de gemeente, bij voorbeeld aan de Middellaan, eene school voor openbaar onderwijs te bouwen, hetzij eene kostelooze

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1893 | | pagina 83