66 dat aangezien de Kerkstraat eene breedte heeft van 16 meter, zij zonder bezwaar met l'/2 meter kon worden versmald, doch dat het ter vermijding van hoeken gewenscht voorkwamdat die ver smalling zich over de geheele lengte der straat zou uitstrekken en alzoo het hek der kerk op de nieuwe rooilijn wierde ge plaatst. Aan de hand van bedoeld advies werd het onderwerp over wogen en vervolgens besloten aan het R.-K. parochiaal kerkbe stuur van O. L. Vr. Hemelvaart te Breda in eigendom af te staan een strook van de westzijde der Kerkstraat, breed 1 '/s meter over de geheele lengte der straat, voor eene som van ƒ210. Weldra en wel in de raadszitting van 23 September 1893 kwam een tweede adres in van voormeld bestuur, waarbij dit te kennen gaf, dat het den Raad dankbaar was voor de gunstige beslissing in zake van den afstand van grond van de Kerkstraat ter stichting eener school voor minvermogenden, doch dat thans bij het uitwerken der plannen bleek dat de ruimte der school lokalen nog erg beperkt was; reden waarom werd verzocht om op het trottoir der Kerkstraat nog eenige voorsprongen van dat schoolgebouw te mogen plaatsen, die volgens den eisch der archi tectuur daaraan noodzakelijk zijn en het geheel meer doen fleldloening. spreken. De bouwcommissie ook hierover gehoord, omschreef haar advies o. a. als volgt: »Bij het verzoekschrift was gevoegd eene teekening, waarop »de bedoelde voorsprongen zijn aangegeven, als: »2 voorsprongen, elk lang 5.00 M. breed 0.41 M. 4.40 M2. »1 voorsprong 14.65 0.22 3.22 »4 7.75 0.44 3.41 Samen 7.73 M2. »Met deze sprongen zal alzoo het trottoir (niet de rijweg der straat) versmald moeten worden, zoodat dit bij den grootsten ssprong eene breedte van 2.06 M. in plaats van 2-50 M. zal behou- »den, welke breedte voor het verkeer in die straat nog ruim vol- doende kan worden geacht. »Bedoelde voorsprongen belemmeren niet het bestaande door- zicht van uit de Halstraat in de Kerkstraat, omdat zij buiten de »dooi7.ichtlijnen vallen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1893 | | pagina 85