69 J. Schets, den tegenwoordigen pachter, die verzocht aan hem de huur onderhands te gunnen voor f 300 per jaar; onder bijvoeging dat deze zaak in de alsnog te houden besloten vergadering nader zou worden toegelicht. Daaruit sproot voort, dat besloten werd aan J. Schets te Prinsenhage voor den tijd van drie jaren tegen f 300 per jaar in huur af te staan de gebouwen aan het Trekpadop den voet gelijk hiervoor omschreven is. Vervolgens werd in de zitting van 15 Augustus 1893 door den voorzitter, namens burgemeester en wethouders, voorgesteld voor de som van f 150 van Anna Johanna van Dijk te GinneJcen aan te koopen een perceel moestuin onder de gemeente 's-Princenhage, benevens den ondergrond van een perceel onder dezelfde gemeente; strekkende deze koop, gelijk de voorzitter verder mededeelde, om in eigendom te verkrijgen den grond waarop een verhuurd ge bouwtje staat ten dienste van het Trekpad, tot welken aankoop vroeger de rechtskundige commissie uit Uwen Raad geadviseerd en de Raad alstoenbesloten had; onder bijvoeging dat dit speciale punt thans nader door voormelde commissie onderzocht en goed gekeurd was. Dit voorstel geschiedde onder overlegging eener ontwerp-akte, welke is opgenomen in de raadsnotulen 1893, bladz. 334 en volgg. Niemand der leden had daartegen bedenking, zoodat tot den voormelden aankoop besloten werd. De aankoop van een tweede stuk grond is tot dusver, ondanks vele bemoeiingen, niet kunnen tot stand gebracht worden. 8 April 1893. Het stichten Nadat de behoefte gebleken was aan het bouwen eener alge- 6lgemeeE™e meene petroleumbergplaatster vervanging der bestaande, werden (petroleumherg-de ontworpen stukken in handen gesteld der bouwcommissie, die plaats.^ haar onderzocht en, blijkens haar rapport in de raadszitting van Verhuring vanl8 Februari 1893, daartegen geen bedenking had. Bij openbare vakken^enz aan^este(üng werd het werk aangenomen door G. van der Velden te Breda, voor de som van 2486, gelijk de voorzitter rappor teerde in de zitting van 8 April 1893.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1893 | | pagina 88