71 1°. dat de bergplaats zal worden gebojiwd van steen en met pannen gedekt 2°. dat de inrichting voltooid en in werking gebracht moet zijn vóór 1 October 1893. Overname Het ter zijde genoemde onderwerp werd het vorig jaar niet traverse beëindigd. In aansluiting met het toen gerelateerde (zie verslag 1892, blz. 87 en volg.) deelen wij thans het volgende mede. In de raadszitting van 8 April 1893 werd door den heer mr. Van Dam, namens de rechtskundige commissie uit Uwen Raad, ge lezen het volgend rapport: »In Uwe vergadering van 17 December 1892, is naar aanleiding »van het voorstel van den heer ingenieur van 's Rijks waterstaat «alhier, om het gedeelte weg van de Mauritsstraat tot de grens «van Breda en Teteringen, waar deze den rijksweg snijdt, in be- »heer en onderhoud aan de gemeente Breda over te dragen, «besloten om aan genoemden ingenieur te doen weten, dat de «gemeente Breda bereid is dien weg over te nemen op den voet «en de wijze, zooals is geschied bij de overname der vorige «wegen, vroeger door de vestingwerken loopende, en wel tegen «vergoeding van eene som tot onderhoud, bij nader overleg te «bepalen. «Nadat aan den heer ingenieur van dit besluit was kennisgegeven «heeft hij bij missive van 23 December 1892, n°. 698 1 B/235, «aan heeren burgemeester en wethouders opgemerkt, dat naar «zijne meening het door den Raad genomen besluit, steunende op «het rapport der rechtsgeleerde commissie, hem minder gegrond «voorkomt, en achtte hij het wenschelijk met hem mondeling over «deze aangelegenheid van gedachten te wisselen. «Uwe commissie heeft daarop in tegenwoordigheid van den «toenmaligen wethouder, den heer Guljé, eene conferentie met «den heer ingenieur gehouden, waarin hij de stelling bleef hand shaven, dat de in het bovengenoemde rapport Uwer commissie «aangehaalde besluiten ook van toepassing waren op het gedeelte «over te nemen weg, omdat door de bebouwing en rioleering dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1893 | | pagina 90