73 (Bedoeld schrijven is in extenso te vinden in de raadsnotulen van 22 April 1893, blz. 176 en volgg.) Na korte beraadslaging werd door U besloten de voorgedragen verbouwing tot stand te brengen. Vervolgens werd het werk in het openbaar aanbesteed, van den uilslag waarvan verslag geschiedde in de zitting van 15 Juli 1893. Het bleek U toen dat aannemer was geworden A. J. Verlegh te Ginneken voor de som van 2979. Bestemming In de zitting van 22 April 1893 kwam een adres in van 73 van de Oudobewoners der Oude-Vest, Molenstraat, Houtmarkt en Halstraat, m?sterreiu.°r baarbij den Raad verzoekende te willen terugkomen op zijn be sluit betrekkelijk de opheffing van de kermis_ aan de Oude Vest, en kramen en speeltenten aldaar weer toe te laten, maar verwij derd van de B.-K. Kerk en meer naar de zijde van het Kloosterplein. De Raad toonde zich toen niet genegen op het verzoek in te gaan, ook in verband met de omstandigheid, waarop de heer Heijlaerls weesdat er nog al gevallen van pokken waren en het onbeslist wasof er kermis zou zijn of niet. Openbaarde zich voorts de wensch van enkele leden om aan het verzoekals er kermis zou worden gehoudentegemoet te komenanderzijds werd die wensch ernstig bestreden. De slotsom der beraadslagin gen was dat afwijzend op het verzoek beschikt werd en alzoo gehandhaafd bleef het besluit van 12 Juli 1890. De zitting van 14 October 1893 bood nieuwe stof tot behande ling van dit onderwerp. Er kwam toen namelijk, nadat gelezen was eene missive van de gezondheids-commissie, die geen termen vond het houden dei- najaarskermis, op grond van enkele geïsoleerde gevallen van cho lera, hier en elders, te ontraden een schrijven ter tafel van den heer Gouverneur der Koninklijke Militaire Academiedie zich beklaagde, dat het in de laatste jaren gebruikelijk was geweest, de meest rumoermakende spellen steeds op het Kasteelplein te laten stationneerenmet verzoek bij de a. s. najaarskermis het ge zegde plein daarvan vrij te laten. Al dadelijk vroeg de heer Teychiné, of die spellen, evenals vroeger, niet weer zouden kunnen geplaatst worden op het ter-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1893 | | pagina 92