75 Wijziging van In de zitting van 22 April 1893 kwam een voorstel in van en werkkring! 3 raadsleden om den i. m. genoemden opzichter te doen zijn van den o r j opzichter der enkel opzichter der plantsoenen en hem te stellen onder het toe- beplantingen zïcht van het dagelijksch bestuur. Het motief daartoe aangevoerd wegen. wag^ da! do werkzaamheden van den opzichter der plantsoenen van zooveel omvattenden aard zijn, dat hem, wil hij deze naar behooren en in het voordeel der gemeente verrichten, bijna geen vrije tijd overblijft, terwijl als hij, gelijk tot dusver, zaken moet ten uitvoer brengen geheel buiten zijn werkkring, dit tot groot nadeel strekt van zijn eigen werk. Na eenige gedachtenwisseling werd alstoen besloten het voor stel te verzenden aan burgemeester en wethouders, ook uit deferentie voor het dagelijksch bestuur, ten einde den Raad van prae-advies te dienen. Reeds in de eerstvolgende zitting, die van 13 Mei 1893, werd door burgemeester en wethouders aan voormeld besluit gevolg gegeven, onder overlegging bij hun rapport van: 1°. een proces verbaal van de gehouden samenspreking door burgemeester en wethouders en den opzichter Waals, en 2°. een toelichtend schrijven van den gemeente-architect. (Alle deze stukken zijn in extenso opgenomen in de raadsnotulen van 13 Mei 1893, bladz. 305 en volgg.) Besloten werd de behandeling der zaak aan te houden en inmiddels de stukken te laten rondgaan bij de leden. Zij werden aan de orde gesteld in de zitting van 24 Juni 1893. De heeren Heijlaerts en Scheltus keurden den bestaanden toe stand, in verband met de omstandigheid dat de opzichter stond onder de bevelen van den gemeente-architect, in levendige be woordingen af, wat vooral aanleiding gaf tot een bezield debat, waarvan de uitslag was dat met 13 tegen 5 stemmen besloten werd het bovengenoemd voorstel aan te nemen. Op grond van de persoonlijke samenspreking van burgemeester en wethouders met den betrokken opzichter, was het voorstel van het dagelijksch bestuur geweest om den bestaanden toestand te handhaven, doch aan den opzichter een bekwamen kweekers knecht toe te voegentegen eene belooning van 9 a 10 in de week.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1893 | | pagina 94