79
ning door de raadsleden goede studie was gemaakt. Zij werd ten
slotte met algemeene stemmen aangenomen, behoudens die van
den Heijlaerts, welke laatste bij het uitbrengen zijner stem ver
klaarde tegen te stemmen, omdat hij gekant was tegen alle mogelijke
beerputten.
De verordening gelijk zij werd vastgesteld is van den volgen
den inhoud
Art. 1.
Het is verboden, behoudens het bepaalde bij artikel 2:
a. beerputten of andere inrichtingen tot verzameling van fsocale
en dergelijke stoffen te maken of te doen maken
b. eenig privaat, waar ook in de gemeente, te maken ofte doen
maken, hetwelk niet is ingericht volgens het op den eersten
Januari 1878 ingevoerde tonnenstelsel.
Art. 2.
Faecaliën en dergelijke stoffen mogen verzameld worden in beer
putten of verzamelbakken van cement of gegoten ijzer, mits die
geheel zijn ingericht en voortdurend worden onderhouden volgens
de voorschriften door burgemeester en wethouders te geven.
Deze inrichtingen moeten onder toezicht van den gemeente
architect of van den ambtenaar die hem vervangt, worden gemaakt
en mogen niet in gebruik worden genomen tenzij daartoe de
schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders verstrekt is.
Art. 3.
Voor de privaten, die volgens het verbeterde tonnenstelsel zijn
ingericht, zullen, zoolang de daarin verzamelde stoffen kosteloos
aan de gemeente worden afgestaan, de benoodigde emmers of
tonnen kosteloos vanwege de gemeente in gebruik gegeven en
regelmatig verwisseld worden.
Art. 4.
De kosten van onderhoud der emmers of tonnendie het eigen
dom der gemeente blijven, komen ten laste der gemeente.